Veel gemeentes en provincies zijn actief bezig met het terugbrengen van de roetuitstoot. Bij de aanbesteding van personenvervoersdiensten worden duurzaamheidscriteria verplicht meegenomen. Daarnaast voeren steeds meer steden een milieuzone in. Dit is zodat vervuilende voertuigen niet langer in het centrum kunnen komen.
Voor nieuwe taxi’s, bestelbusjes en taxibusjes is sinds 2015 de Euro 6-norm van kracht. Deze nieuwe norm moet het voor bedrijven, gemeentes en andere instellingen gemakkelijker maken om op een milieuvriendelijkere wijze hun passagiers te vervoeren. De taxibusjes en auto’s die niet schoon genoeg zijn, worden tegenwoordig uit veel steden geweerd. Door de invoering van milieuzones mogen oude, vervuilende auto’s en vrachtwagens verschillende gebieden al niet meer in.
Er rijden echter nog veel taxi’s, bestelbusjes en taxibusjes rond die gemaakt zijn voor 2009. Deze zijn niet uitgerust met een roetfilter en stoten hierdoor te veel fijnstof uit. Door alsnog een roetfilter te plaatsen kan de uitstoot van deze voertuigen drastisch teruggebracht worden. Met een herkeuring kan vervolgens vastgesteld worden of de voertuigen aan de emissie-eisen voldoen.
Net als de auto’s en kleine busjes zijn de grote touringcars en stadsbussen sinds de Euro 6-norm ook een stuk schoner geworden. De dieselmotoren zijn zuiniger dan voorheen en de bussen zijn voorzien van een roetfilter, waarmee de meeste schadelijke roetdeeltjes uit de lucht worden gehaald.
De milieuzones gelden op dit moment nog niet altijd voor stadsbussen en voertuigen die bij het RDW geregistreerd staan als touringcar. Hierdoor kunnen deze voertuigen in sommige steden nog zonder restricties rijden. Echter verandert dit ook steeds meer.
Vliegtuigen stoten net als dieselauto’s ook roet uit. De verbranding in de motoren van vliegtuigen is echter vele malen efficiënter dan bij andere voertuigen. Daarom is een roetfilter op een vliegtuig niet nodig en niet verplicht. Daarnaast zijn ook treinen en trams in Nederland vrijgesteld van de roetfilterplicht. Dit komt omdat bijna alle treinen en trams in Nederland op elektriciteit rijden. De dieseltreinen die gebruikt worden voor het goederenvervoer zijn volgens het CBS slechts verantwoordelijk voor één procent van de emissie van fijnstof.
